Terug naar overzicht

Zoals eerder gezegd, heeft het Sintermeertencollege een schoolondersteuningsprofiel (SOP) opgesteld. Hieronder geven wij in grote lijnen ons profiel weer. Bij de samenstelling van het SOP is bij alle scholen in Parkstad van een uniform model gebruik gemaakt. Onderstaand volgen wij de systematiek van dit model. Mocht meer informatie nodig zijn, dan kan een gesprek worden aangevraagd met de afdelingsleider en/of zorgcoördinator. In samenspraak met hen – en eventueel anderen - wordt altijd bepaald wat leerlingen nodig hebben en wat wij kunnen bieden.

Het is goed om vast te stellen dat het Sintermeertencollege een school voor Mavo, Havo en Vwo is. Het heeft geen zin om leerlingen aanmelden die niet minimaal het Mavo-niveau aankunnen. Het Sintermeertencollege heeft geen zorgplicht voor leerlingen met een Vmbo-basis of – kaderadvies.

Schoolondersteuningsprofiel Sintermeertencollege

  1. Cognitie, reguliere begaafdheid (IQ 90 – 130): bij de overstap van basis- naar voortgezet onderwijs wordt actief gezocht naar informatie van de afleverende school; er zijn opstroommogelijkheden; leerlingen kunnen gebruik maken van studiebegeleiding of examentraining.
  2. Cognitie, hoogbegaafdheid (IQ 130+): wij signaleren hoogbegaafdheid en geven leerlingen de mogelijkheid om aparte programma’s te volgen; er is vooralsnog geen uitgekristalliseerd hoogbegaafdheidsprogramma.
  3. Schoolvorderingen, leerachterstanden rekenen en taal: wij signaleren en remediëren.
  4. Schoolvorderingen, dyslexie: wij werken volgens het protocol dyslexie; dat wil bijvoorbeeld zeggen dat leerlingen met een dyslexieverklaring, wanneer nodig, ‘gesproken boeken’ kunnen krijgen, verlenging van toetstijd (of vermindering opgaven) en gebruik kunnen maken van het voorleesprogramma Kurzweil. De laatste faciliteit garanderen wij alleen bij het examen, bij toetsweken en bij gecoördineerde toetsuren.
  5. Schoolvorderingen, dyscalculie: wij werken volgens het protocol dyscalculie; dat wil bijvoorbeeld zeggen dat leerlingen met een dyscalculieverklaring vaker gebruik mogen maken van een rekenmachine en tafelkaarten kunnen inzetten.
  6. Leervoorwaarden, onvoldoende studievaardigheden: leerlingen krijgen speciale studievaardighedenlessen en binnen de vakken, leerstrategieën.
  7. Sociaal emotionele problematiek, faalangst: wij signaleren en ondersteunen; wanneer er voldoende vraag is, dan kan intern faalangstreductietraining worden georganiseerd.
  8. Sociaal emotionele problematiek, werkhouding/motivatie onvoldoende: wij werken aan een uitdagend klassenklimaat met differentiatie in werkvormen; wij signaleren en ondersteunen.
  9. Sociaal emotionele problematiek, zelfbeeld en (sociale) vaardigheden: wij werken aan een uitdagend klassen- en veilig schoolklimaat; wij signaleren en ondersteunen; wanneer er voldoende vraag is dan kunnen intern trainingen worden georganiseerd.
  10. Sociaal emotionele problematiek, rouw- en traumaverwerking: wij werken volgens een traumaprotocol, waarin veel aandacht voor de getraumatiseerde.
  11. Sociaal emotionele problematiek, omgaan met autoriteit en relaties: wij werken aan een veilig klassen- en schoolklimaat, waarbinnen zo nodig het pestprotocol wordt toegepast; wij signaleren en helpen; wanneer er voldoende vraag is dan kunnen intern trainingen worden georganiseerd.
  12. Stoornissen zoals AD(H)D, autisme spectrum stoornis, angst en stemmingsstoornissen: leerlingen kunnen dispenserende en compenserende faciliteiten krijgen; wij faciliteren medicijngebruik; docenten werken volgens aan de leerling aangepaste handelingsrichtlijnen.
  13. Lichamelijke kenmerken, visuele beperking: wij gebruiken methodes die de leerling behulpzaam zijn en maken bijvoorbeeld gebruik van auditieve ondersteuning; leerlingen kunnen dispenserende en compenserende faciliteiten krijgen.
  14. Lichamelijke kenmerken, auditieve beperking: wij gebruiken methodes die de leerling behulpzaam zijn, die de leerling visueel ondersteunen; leerlingen kunnen dispenserende en compenserende faciliteiten krijgen.
  15. Lichamelijke beperking, bewegingsbeperking: de school is aangepast op rolstoelgebruik; zo nodig wordt het curriculum aangepast, bijvoorbeeld bij aangepaste gymnastieklessen; leerlingen kunnen dispenserende en compenserende faciliteiten krijgen.
  16. Lichamelijke beperking, aandoeningen zoals epilepsie of diabetes: de klas is bewust ingericht op de leerling met een beperking; het personeel is geschoold; wij faciliteren medicijngebruik; zo nodig wordt het curriculum aangepast.
  17. Gezin en omgeving, moeilijke gezinssituatie: wij faciliteren ronde tafelgesprekken, maar verwijzen naar (en werken samen met) de ketenpartners.
  18. Gezin en omgeving, verzuimproblematiek: wij registreren, stimuleren schoolgang en verwijzen naar (en werken samen met) bureau voortijdig schoolverlaten.
  19. Gezin en omgeving, peer group/criminaliteit: wij faciliteren ronde tafelgesprekken, maar verwijzen naar (en werken samen met) de ketenpartners.
  20. Gezin en omgeving, verslavingsproblematiek: wij faciliteren ronde tafelgesprekken, maar verwijzen naar (en werken samen met) de ketenpartners.